Schemering

Het zit zo: er is het duister, en er is het licht. En er bestaat niks, maar dan ook niks, tussenin.

Wacht even.

Ik bedoel niet dat er geen schemering is, geen tussenlicht, geen grijze zone. Want dat is er duidelijk wel. We verblijven er een groot deel van ons leven in. Het is nu eenmaal eigen aan mensen, om in de schemering te wonen. Omdat we, eerlijk gezegd, een beetje lui zijn op die manier.

Maar wat ik wil zeggen is dat zelfs de schemerigste schemering bestaat uit donker en uit licht. Uit zwart en uit wit. En dat dat twee volkomen afzonderlijke substanties zijn. Dat een echte, gemengde schemersubstantie niet bestaat. Dat bestaat niet.

Wat wij waarnemen als schemering is gewoon het licht dat bruisend en gniffelend tracht door te breken door het duister.