Een vriend

Ik heb een vriend die zacht is als water. Ze stroomt in volledige transparantie door het leven. Ze is een continu klateren. Een eindeloos, lichtgrijs vallen. Alleen kleine, bescheiden geluiden kleuren haar aanwezigheid: een echo van gelach, een teder happen naar adem, telkens achter de volgende waterdraaiing, telkens diep tussen de plooien van het water. Ik kan haar niet vasthouden, maar soms beweegt ze uit zichzelf in mijn richting. Dan voel ik me een vast, concreet eiland, en dan woelen haar watervingers voorzichtig door mijn zanderige worteldraden, die tegen hun gewoonte in mee wiegen met haar getrek. Het is onvergelijkbaar mooi, dat doorzichtige, lichte materiaal waaruit ze is gemaakt, en hoe het geheimen bevat die zo diep en woordeloos zijn dat niemand ze ooit zal kennen.