Ook dit (voor jou)

Natuurlijk is er ook dit. Verdriet. Dacht je van niet, dan? Mijn fout. Dat doe ik, soms. Maar als het komt, krul je dan op. Ga liggen. Als een kind. En wacht. Terwijl de zwarte regen over je heen valt en de donkerte aan je komt ruiken. Ik weet het. Scherpe tanden, zo dichtbij. Maar blijf liggen.
Wacht, nu.
Het kan lang duren.
Het menselijke hart glijdt zo makkelijk naar beneden.
Wacht. Stil, stil.
Neen. Niet op die manier. Kijk niet weg. Dan komt het achter je aan. Het is een jager. Wist je dat? Kijk niet weg. Leg je armen niet over je ogen. Probeer niet te glimlachen. Tenzij je dat kan zonder je blik af te wenden. Maar dat is moeilijk. De mond wil niet meer mee, soms.
Neen. Blijf maar gewoon liggen.

Stil, stil. En nog. En nog. En nog. Op die manier zal het je vergeten, na een tijd. Zodat je weer kan ademen. En zodat je niet meer weet hoe het was. Toen het er was.

Op elk moment

Hij slaapt. Opgekruld. Een perfecte, diepzwart glanzende bol. Ik kan hem niet met rust laten als hij zo helemaal tevreden is op zichzelf. En hij is altijd helemaal tevreden op zichzelf.

Ik ga voor hem zitten, in kleermakerszit, en leg mijn hand voorzichtig op zijn pels. Hij opent zijn ogen en kijkt me aan. Hij knippert zeer weinig. Haast niet.
Deze keer wil hij. Een uitzondering, want meestal is hij graag alleen. Hij duwt zijn neus hard tegen mijn hand en begint in hoge tonen te ronken. Ik laat mijn vingers over hem glijden. Krabbend, duwend, aaiend. Het maakt hem nog blijer dan hij al was. Na een paar seconden wordt hij zo blij dat hij niet meer wil blijven liggen. Hij staat op en komt naar me toe.

Langzaam laat ik me op mijn rug zakken. Stilletjes en in één beweging, zodat ik hem niet wegjaag. Het werkt: hij komt dichterbij. Hij klimt zelfs helemaal op me. Vlakbij mijn gezicht gaat hij liggen, poten aan weerskanten van mijn hals, nagels net niet pijnlijk in mijn huid, neus opdringerig en zwart en nat tegen de mijne. Ronkend en ronkend. Hij wil altijd maar één ding tegelijk, en nu wil hij mij.

Dan denkt hij opeens aan iets anders. Zonder aanleiding. Zijn ogen worden groot en hij kijkt van me weg. Maakt een snelle sprong en draaft naar zijn eten. Ik ga weer rechtop zitten en kijk hem na. Ik wou dat hij langer was gebleven.

Hij daarentegen heeft helemaal geen spijt dat hij vertrok. Hij is op elk moment precies waar hij wil zijn. En dat houdt hij zijn hele leven lang vol.