Regen

Nat zijn dingen anders. Het korte gras bijvoorbeeld, dat onbevreesd uit de grond steekt. Moest het kunnen, het zou zichzelf uitschudden. De druppels zouden in alle richtingen wegslingeren. Een slow motion carrousel van glimmende miniatuurballen. Of een blad, geel met bruin, dat als een dunne prent op het voetpad kleeft. Hoe dat ruikt als je het eraf haalt. Hoe het tegen je hand plakt, met zijn koude, harde nerven. Of de goten. Glinsterende spiegels van zwart. En de regendruppels, die zonder angst hun oppervlak kussen.

Bloemen op wit

porselein en
bloemen op wit
en een zucht
uit
vragende lippen

inademen
met langzame draaiingen
vingers als witte vogels in de lucht
die stil hangt als stroop
en likken aan de rand van
het kopje,
en schrikken met
zachte, kleine geluiden
tussendoor,
en
geschrokken en niet geschrokken
tussendoor
want het is ja, en ja

en ik wil met je spelen